Via onze Facebookpagina kwam ik in contact met Peter-Johan Fontanoza, oud-tuinhaas die nu in Israël woont. Hij deelde zijn herinneringen aan de school met me, en beschrijft ze zo geestig dat ik hem verzocht om er een verhaal van te maken. Dit verslag delen we nu als blog op de site. Veel leesplezier! Groet Annette van der Maarel (communicatie TBSTF)

Geschreven door Peter-Johan Fontanoza (alias Peter-Paul Broekhuizen).

‘Ze zijn gek’ – herinneringen van een oud-tuinhaas

In augustus 1989 reisde ik, als 21 jarige, vanuit het treinstation van Steenwijk per bus naar Frederiksoord. Reeds bij het instappen bleek ik niet de enige te zijn die naar dit afgelegen oord reisde. We hadden geen idee waar uit te stappen dus vroegen we de buschauffeur ons te waarschuwen. Na ongeveer 20 minuten zagen we in het voorbijrijden opeens de school.

We riepen de chauffeur om te stoppen, wat hij niet deed. Na op het knopje gedrukt te hebben, liet hij ons vrij bij de eerst volgende halte, die op de weg richting Wilhelminaoord gelegen was. We zagen ons genoodzaakt om terug te lopen. Bezweet aangekomen bij de school werden we door een vriendelijke meneer de weg gewezen naar een lokaal gevuld met leerlingen en een wat oudere heer. Nog staande in de deuropening, hoorde ik mijn naam roepen en antwoordde ik “Hier”. De heer keek op in de richting van het geluid en zei met bulderende stem: “Waar komen jullie zo laat vandaan”. “We zijn met de bus”, stamelde ik geschrokken. De chauffeur wilde niet stoppen. We moesten terug lopen”.

“Die man moeten ze ontslaan”, kwam als antwoord. “Ga zitten”. Dit bleek achteraf de eerste kennismaking met de heer Jurriaanse te zijn. Een paar weken later werd ik in de hal door de heer Jurriaanse herkend. ”Broekhuizen, ik heb je wat te vertellen”. Geschrokken volgde ik hem naar de directie-kamer alwaar hij mij, met uitzicht op de Ginkgo, een stoel aanbood. ”Broekhuizen doe je vader en moeder de groeten. We studeerden samen in Wageningen, Je moeder was een vriendinnetje van mij, maar ze trouwde je vader” .Opgelucht dat ik niets verkeerd gedaan had, verliet ik zijn kamer. Toen ik het mijn moeder vertelde moest ze hard lachen en antwoordde :“Hij droomt nog steeds”.

Ik vrees dat vele klasgenoten en leraren mij herinneren als een jongen die zeer regelmatig in de klas migraine-aanvallen kreeg waardoor ik mijn hoofd op tafel legde en enige tijd niet meer aanspreekbaar was. Wanneer men mij aanraakte sloeg ik, zonder het te weten, om mij heen. Na veel onderzoeken bleken scheef-zittende nek- en rugwervels zenuwen te blokkeren. Hierdoor werd het mij in mijn tweede en derde schooljaar door mijn artsen verboden om zwaar werk, zoals het leggen van bestratingen te verrichten. Dit bracht behalve mijn stage ook natuurlijk het eindexamen in gevaar. Een passend stageadres vond ik bij de Plantenziektekundige dienst te Zwolle en Boskoop. Na overleg tussen de school en mijn ouders werd besloten dat ik in plaats van het onderdeel bestratingen een alternatief examen zou krijgen waarbij ik maximaal het cijfer 4.5 voor dit onderdeel zou krijgen.

Ginko biloba voor de school

Terwijl mijn klasgenoten hun opdracht bestrating uitvoerden werd ik, in de stromende regen, meegenomen naar het tuingedeelte rondom de Ginko biloba voor het kantoor van de heer Jurriaanse. Ik kreeg de opdracht dit gedeelte onkruidvrij te maken. De regen werd gelukkig wat minder, maar netjes werk afleveren werd er niet gemakkelijker op. Opkijkend vanaf mijn werk zag ik de heer Jurriaanse hoofdschuddend voor het raam staan. Enige tijd later arriveerde hij met een kopje koffie in de hand. “Broekhuizen, wat doe jij hier in de regen”. Meneer, dit is mijn alternatieve examen opdracht”. “Ze zijn gek”. Hij overhandigde mij, zonder verder iets te zeggen, zijn koffie en verdween.

Werken bij de plantenziektenkundige dienst

Na het behalen van mijn diploma in 1982 kon ik weer tot de late herfst als controleur bij de plantenziektekundige in Zwolle aan het werk. Na de suikerbietenoogst werd ik met winterslaap gestuurd. Een winter thuiszitten zonder werk zag ik niet zitten dus deed ik, op advies van het arbeidsbureau, vrijwilligerswerk bij de gemeente Oldemarkt. Mijn opdracht was het uitwerken van een ontwerptekening met beplantingsplan voor het mogelijk te renoveren stadspark. Hoewel de werkzaamheden nooit werden uitgevoerd was het een goede ervaring. Toen het voorjaar aanbrak en de aardappels gepoot werden, haalde de plantenziektekundige Dienst mij van stal en kon ik weer volop aan het werk als controleur aardappelmoeheid en bacterievuur. Ik leerde zo een groot deel van de IJsselstreek en omgeving kennen. Vele kilometers legde ik te voet af om alle aardappelvelden op te meten en in kaart te brengen. Niet elke boer was daar blij mee. Het is een paar keer voorgekomen dat ze me, met een hooivork in de hand, de toegang probeerden te ontzeggen. Discussiëren met een boze boer is zinloos. Gewoon weggaan en de boze boer een paar dagen laten afkoelen werkt veel beter.

Met vallen en opstaan overleefde ik mijn 1e schooljaar als leraar

peter jan fontanoza tuinbouwschooltuin frederiksoord

Peter-Paul Broekhuizen veranderde zijn naam naar Peter-Johan Fontanoza toen hij emigreerde naar Israël

Op zoek naar een fulltimebaan bleef ik solliciteren. In het voorjaar van 1985, na mijn 1e werkdag van het nieuwe seizoen bij de plantenziektekundige dienst kwam er een telefoontje van de christelijke Lagere Agrarische school in Meppel. Ze zochten een leraar voor hun nieuw te starten richting Aanleg en Onderhoud en Plantenteelt. Ik mocht op sollicitatiebezoek komen. Daar zaten een voltallig schoolbestuur en een directeur op mij te wachten. Na mij voorgesteld te hebben bleek een actieve christelijke achtergrond belangrijker dan een akte van bekwaamheid als leraar. Omdat er ook toen een tekort aan bevoegde leraren was, mochten ook onbevoegde vakmensen voor de klas staan. Tot mijn verbazing werd ik aangenomen.

Het diploma van de Middelbare Tuinbouwschool Frederiksoord en mijn werkervaring gaven kennelijk voldoende garantie. Kort voor de zomervakantie kreeg ik een uitnodiging om het pilot-project te bekijken wat men reeds opgezet had. Op fietsafstand van de school, net buiten Meppel op het perceel van een bestuurslid, had men in het voorjaar een kleine schooltuin aangelegd met leerlingentuintjes voor de teelt van groente en akkerbouwgewassen. Tarwe, rogge, gerst, mais, aardappelen en wat groentegewassen bleken er te groeien. Verder was er niets. Gereedschappen en materialen voor het leggen van bestratingen, snoeien of andere werkzaamheden waren er niet. Toen ik begin augustus mijn lesrooster ontving, zag ik vol ongeloof dat men mij naast theorie- en praktijklessen plantenteelt en aanleg en onderhoud ook een aantal lessen maatschappijleer had gegeven. Begin augustus, tijdens de leraren introductiedagen, kreeg ik van de toenmalige directeur de nodige instructies en ontving ik de lesboeken. Ik had een week tijd om mij voor te bereiden.

Het allerbelangrijkste wat mij toen te binnenschoot was om te me herinneren op welke wijze mijn leraren op de tuinbouwschool getracht hadden mij de lesstof bij te brengen. Ik groef in mijn geheugen om terug te halen welke leraren mij geïnspireerd hadden en welke niet. Dat was niet zo moeilijk, want het merendeel van hen hadden met veel motivatie en kennis van zaken de lesstof aan ons weten over te brengen.

Op 15 augustus begon ik, zonder enige ervaring als leraar met het verzorgen van 3 lessen maatschappijleer aangevuld tot een volledige baan met lessen plantenteelt en groenvoorzieningen. Dit was een hele opgave, want passende lesboeken voor de theorie en praktijk bleken er niet te zijn. Tijdens een van de eerste lessen op die schooltuin ontdekte ik tussen de maisplanten circa 30 planten die ik niet zo snel herkende. Gelukkig had ik onthouden hoe planten met behulp van een flora te determineren.

Al vrij snel werd het duidelijk dat het Cannabis sativa planten waren. Een paar weken later vroeg de directeur “Wat groeit daar tussen de mais. Volgens de politie, die ik op bezoek had is het Hennep, weet jij daar meer van?” De volgende morgen vertrok ik op mijn fiets bewapend met snoeizaag en snoeischaar naar de schooltuin om de planten te verwijderen. De boer was reeds zijn afval aan het verbranden en adviseerde mij de planten op het smeulende vuur te gooien. Het was nog een hele klus om die 3 meter lange en ruim 5 centimeter dikke stengels om te zagen en een voor een op mijn schouder te laden en op het vuur te gooien. Ik was zo onhandig om diverse malen door de rook te lopen. Dat had, zonder dat ik het merkte, al snel zijn uitwerking. Teruggekomen op school zag de directeur een andere Peter-Paul dan een paar uur eerder en kreeg ik voor de rest van de dag vrijaf.

Als praktijklokaal kreeg ik, in de voormalige Irene school een lokaal met 2 glazen wanden toegewezen. Met behulp van een handige conciërge die goed met ijzer en lasapparaat wist om te gaan werden werk- en plantentafels ontworpen. Spoedig daarna toverden de leerlingen het saaie lokaal om in een heuse plantenkas waar tomaten, potplanten en eenjarigen weelderig groeiden. Met vallen en opstaan overleefde ik het eerste schooljaar. Gedurende mijne 2e tot en met 6e schooljaar als leraar (1986-1991) combineerde ik het lesgeven met het volgen van een speciale, door de STOAS, opgezette lerarenopleiding. Ook hier bleek al snel dat ik door mijn gedegen opleiding aan de Middelbare Tuinbouwschool in Frederiksoord een voorsprong had op mijn, veelal oudere, klasgenoten.

“Wat kom jij hier doen?”

Begin jaren ’90 van de vorige eeuw ontstond er een fusiegolf in het Agrarisch onderwijs. Zo fuseerde onze school met de Landbouwschool in Wolvega. Enkele jaren later werden er andere agrarische scholen in Drenthe en Groningen toegevoegd. In Frederiksoord ontstond een afdeling cursus- en contract onderwijs. Hierdoor kwamen er een nieuwe uitdagingen voor mij, beginnende met het verzorgen van cursussen “snoeien in particuliere tuinen” voor volwassenen die verzorgd werden in Meppel en Frederiksoord en bij de deelnemers thuis. Ik herinner mij nog goed hoe verbaasd mijn voormalige leraren opkeken toen ik als collega de docentenkamer in Frederiksoord kwam binnenlopen en velen mij vroegen; “Wat kom jij hier doen?” “Lesgeven.”

Mijn werkzaamheden voor het cursus- en contractonderwijs werden uitgebreid met projecten om langdurig werklozen om te scholen tot medewerker natuurbeheer. Daar de meeste van de deelnemers schoolschuw waren verzorgde ik een deel van de theorie- en praktijklessen op locatie midden in de Drentse natuur alwaar de deelnemers praktijkervaring op deden. Ik herinner mij tot op de dag van vandaag dat ik met een aggregaat, tv en video in mijn jeep naar Tiendeveen reed om midden in het bos de motorzaag video met “Klaas en Harry” in de hoofdrol te vertonen. Dit waren voor mij de meest interessante jaren.

Naar Zwitserland

Peter-Paul Broekhuizen tuinbouwschooltuin frederiksoord

De familie Broekhuizen deed mee aan ‘Ik vertrek’

Vanwege de astma van een van onze vier kinderen gingen we vrijwel elke schoolvakantie naar het Zwitserse Wallis. Toen we daar in 2005 een leegstaand hotel te koop zagen, besloten we de sprong in het diepe te wagen. Na 20 jaar voor de klas gestaan te hebben, hing ik mijn schooltas aan de wilgen en openden we in februari 2006, in het bijzijn van een cameraploeg van het programma “Ik Vertrek”, Hotel Walliser Sonne. Mijn gedegen opleiding aan de Tuinbouwschool en werkervaringen in het onderwijs kwamen goed van pas. Het verwaarloosde weiland werd na de winter gemaaid, een moestuin aangelegd, boomstammen werden gekocht om vervolgens tot brandhout verwerkt te worden. Al snel kwam ik er achter dat hotelgasten net leerlingen zijn. De lessen pedagogiek en didactiek bleken ook hier hun vruchten af te werpen. Geduld, respect, aandacht en een luisterend oor bleken ook in dit vak belangrijk te zijn. Het verzorgen van hotelgasten was op mijn lijf geschreven, maar er was iets wat ik miste.

Eindelijk thuis

Ik groeide op met de wetenschap dat mijn Joodse grootvader van moederskant vermoord werd in de 2e Wereldoorlog. Daarover praten bij ons thuis was taboe en vele jaren was dit het enige wat ik over hem te weten kwam. Wel werd het nieuws omtrent Israël op de voet gevolgd. Na het overlijden van mijn vader in 1989, 12 uur voor de geboorte van onze oudste zoon, heb ik de familie-stamboom waaraan zijn vader en hij jaren lang gewerkt hadden voortgezet. Zo kwam ik iets meer te weten.

Reeds wonende in Zwitserland ontving ik van mijn moeders jongste broer een door hem geschreven boekwerkje waarin hij zijn ervaringen gedurende de 2e wereldoorlog beschreef. Zo kwam ik er achter wat er met mijn grootvader gebeurd was. In de herfst van 2013 hadden we een groep Oostenrijkers als hotelgasten. We kwamen over Israël te praten. Ze nodigden mij uit om hen in november op een rondreis door Israël te vergezellen. Eenmaal in Israël, reizend in de voetsporen van de Bijbel, wist ik niet wat mij overkwam, ik voelde me er direct thuis.

Kijkend over het meer van Tiberias kreeg ik het gevoel dat ik hier reeds eerder geweest was. Het landschap kwam me zo bekend voor. In het voorjaar van 2014 keerde ik voor vijf weken terug naar Israël. Dit keer niet als toerist maar als de eerste vrijwilliger vanuit het buitenland naar een dorp speciaal opgezet voorde verzorging van zwaar meervoudig invalide medemensen. Hoewel ik geen enkele ervaring had op dit gebied was het geweldig om de bewoners tijdens hun dagelijks leven te helpen bij de vele door de medewerkers georganiseerde activiteiten.

Mijn onderwijs ervaring in het groene onderwijs kwam ook hier goed van pas. Wekelijks waren er onder andere activiteiten met planten en kleine huisdieren, overeenkomend met de lessen die ik zoveel jaren liefdevol verzorgd had. In september van hetzelfde jaar keerde ik terug naar het dorp “Aleh Negev” om daar ruim 3 maanden te blijven.

Tijdens dit verblijf kwam ik er achter dat, doordat ik een Joodse grootvader had, ik het recht heb om naar “huis terug te keren” met andere woorden het recht te hebben om een permanente inwoner van Israël te worden. Daar mijn huwelijk reeds vele jaren onder druk stond en niet vol te houden was, meldde ik mij aan voor het niet eenvoudige traject genaamd Alyiah. In december keerde ik drie maanden terug naar Zwitserland om met mijn gezin onze hotelgasten te verzorgen. Ik voelde me niet meer welkom in Zwitserland en vertrok in het voorjaar van 2015 voor drie maanden naar Israël alwaar ik met open armen ontvangen werd. Het was een openbaring dat veel van de bewoners mij meteen herkenden. Ik ging me steeds meer thuis voelen. Gedurende de zomer werkte ik weer in het hotel. Op 15 september 2015 ging ik terug naar Israël met het idee om daar weer drie maanden te blijven. Maar dat liep geheel anders. Een dag voordat mijn visum afliep en mijn terugvlucht gepland stond, kreeg ik een telefoontje van het interne ministerie dat ik op de dag van vertrek mijn Israëlische identiteitskaart in Jeruzalem kon ophalen. Direct na dit telefoontje cancelde ik mijn vlucht.

Van vrijwilligerswerk naar betaalde baan

tuinbouwschool frederiksoord

Bij het graf van zijn familie

Om in Israël in de zorg te mogen werken is, in tegenstelling met onder andere Nederland geen opleiding in de zorg verplicht. Als langdurig en ervaren vrijwilliger had men mij reeds diverse taken toegeschoven die normaal gesproken alleen door verzorgers worden uitgevoerd. Hoewel ik de taal nauwelijks of niet sprak bleek het vrij eenvoudig om mij in een paar dagen klaar te stomen voor een betaalde baan als verzorger van zeer zwaar meervoudige mindervalide mannelijke bewoners. Op 19 augustus 2019 kwam daar door een auto-ongeluk plotsklaps een einde aan. Een whiplash-trauma maakte abrupt een einde aan de beste baan die ik ooit had. Na tweeënhalf jaar revalidatie kon ik weer voorzichtig op zoek naar werk. Ik werk nu sinds november 2021 in de thuiszorg waarbij ik 80 en 90 plussers thuis help bij hun dagelijkse bezigheden. Naast het wassen, aankleden en uitvoeren van huishoudelijke taken, onderhoud ik ook hun tuin.

……………………………………………………….

Hier ook de linkjes van de tv-programma’s waar Peter-Johan in geportretteerd wordt:

Ik vertrek

Geloof en een hoop liefde

Ben jij oud-tuinhaas en herken jij je in de beschrijvingen over bijvoorbeeld Jurriaanse? Deel ze hier onder als comment!

By Published On: 19 januari , 20230 Comments

Donateur of vrijwilliger?

Meer informatie over donateur of vrijwilliger worden. Neem dan vrijblijvend contact met ons op

Bekijk al onze projecten

Laat een reactie achter

3 × 3 =

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen, activiteiten en projecten en schrijf je nu in voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je regelmatig een update op je digitale deurmat!